Net als het voorgaande bericht over het twee-minuten-per-woord opstel is het bericht van vandaag een lesidee. Het is een opdracht om tot een klassengedicht te komen. En met deze werkvorm lukt het leerlingen eenvoudig om een eigen gedicht te schrijven. Dit bericht was oorspronkelijk gepubliceerd op mijn oude website Onderwijz.nl, welke nu al een aantal jaar uit de lucht is. Vandaar hier een update!
Lesinhoud
Laat de leerlingen allemaal een regel opschrijven. Leg ze uit dat ze geen heel gedicht hoeven te maken, maar een klein deel. Wijs ze er op dat het later een geheel gaat worden.
- Ik wilde dat…
- Als ik de wind was…
- Ik droomde vannacht…
- Als ik profvoetballer was…
- Ik vind dat…
Als iedere leerling een regel heeft opgeschreven laat je een paar leerlingen hun vondst voorlezen. Daag ze uit zo creatief mogelijk te zijn! Merk je in deze fase dat de leerlingen vaak op dezelfde zinnen uitkomen, voer dan nog een ronde uit.
Aan het einde van deze ronde laat je de gedichten ophalen. Wijs enkele kinderen aan om de losse regels nu op een mooi vel om te zetten in een groot gedicht. Zo ontstaat een eigen gedicht. Dit is een prima methode om de kinderen in contact te brengen met gedichten zonder rijm.
Alternatieven
- Ook kun je er voor kiezen om bij de uiteindelijke verwerking zelf het gedicht op te stellen.
- Verder kun je dit gedicht ook op de computer maken. Zet zelf de eerste zin en laat de leerlingen om beurten een zin eraan toevoegen.
- Als je liever wilt dat de kinderen meer dan een zin schrijven, kun je er ook voor kiezen deze opdracht om te zetten in een normale stelopdracht. Je laat de kinderen dan een kort verhaaltje schrijven dat moet beginnen met een van deze zinnen. Stel wel grenzen: laat het verhaal niet langer zijn dan een half A4’tje.