Fouten maken. We kunnen er zo bang voor zijn, dat het door kan slaan in een pathologisch probleem waar professionele hulp bij nodig is. Eén van de bekendste vormen in het onderwijs is waarschijnlijk faalangst. Het is heel mooi dat, met de juiste interventie, faalangst geen levenslang probleem hoeft te zijn. Het blijft een feit dat het onderwijs en de drang om te presteren (vanuit bijvoorbeeld thuis, de vriendengroep of intrinsiek) dergelijke angsten uit kan lokken en versterken. Maar fouten maken hoort bij het leven en van onze grootste fouten leren we soms onze belangrijkste lessen.

Fouten maken moet - om het leren op gang te brengen

In een recent gepubliceerd artikel beschrijven Zhang & Fiorella (2023) een samenvattend beeld over fouten maken in het onderwijs, het onderzoek erachter en welke principes we in ons onderwijs mee kunnen nemen om fouten een positieve en vaste plek in onze lespraktijk te geven.

Fouten, zo stellen de onderzoekers, zijn “gedragingen of reacties op leertaken die verschillen van de subjectieve verwachtingen van de leerling of een vastgesteld criterium”. Normale instructie is er op gericht om dergelijke fouten zoveel mogelijk te voorkomen. We richten ons onderwijs op het bereiken van “foutloos presteren”. Deze benadering vertoont een aantal zwaktes. Eén daarvan is dat het onhaalbaar is, fouten horen bij het leerproces. Belangrijker nog is dat fouten een waardevolle toevoeging bieden op het leren, wat ik in dit artikel verder wil toelichten.

Dit artikel is grotendeels gebaseerd op het werk van Zhang & Fiorella (2023) gepubliceerd in de Educational Psychologist. De link naar het oorspronkelijke artikel is beschikbaar via de bronvermelding aan de onderkant van dit bericht.

Twee fasen en twee principes

Om het maken van fouten effectief in te zetten in ons onderwijs omschrijven Zhang & Fiorella twee fasen en twee principes waaraan voldaan moet worden. Het effect dat een dergelijke positieve benadering kan hebben op de veelal negatieve gedragingen rondom het maken van fouten kan hier niet onderschat worden. Iets verkeerd doen is hier juist het doel, zonder het te betuttelen of te onderschatten - het is een integraal onderdeel van het leerproces.

De twee fasen waarin het maken van fouten een positieve invloed kan hebben op het leerproces van de leerling zijn:

  1. Fouten Genereren (vooraf aan de lesinhoud)
  2. Fouten Ontdekken en Herstellen (tijdens en na de lesinhoud)
De twee fasen in fouten maken weergegeven ten opzichte van de lesinhoud
De twee fasen in fouten maken weergegeven ten opzichte van de lesinhoud

Deze twee fasen worden gesteund door ander onderzoek gedaan door bijvoorbeeld Metcalfe (2017). In dit onderzoek is te lezen dat het ophalen van kennis het geheugen versterkt. Echter, een belangrijker aspect van dit onderzoek is dat dit versterkende effect in het geheugen ook optreedt als informatie verkeerd wordt opgehaald en aansluitend wordt gecorrigeerd. Het is daarom belangrijk om deze twee fasen op de juiste manier aan de lesinhoud te verbinden middels twee principes:

  1. De fase van Fouten Genereren moet aansluiten op de lesdoelen en ondersteuning bieden om semantisch gerelateerde kennis te gebruiken.
  2. De fase van Fouten Ontdekken en Herstellen moet leerlingen helpen om aan henzelf uit te leggen wat de lesinhoud is. Dit genereert interne feedback van een hoge kwaliteit, waar de fouten verwerkt en vergeleken worden met de lesinhoud.

Hoe kan dit er praktisch uit zien?

Zhang & Fiorella geven een aantal handreikingen om deze fasen te integreren in de dagelijkse lespraktijk. Ik vat deze hieronder kort samen, waar aangegeven met de bron, maar ook met praktische tips van andere lezers van deze site.

  • Een optie is om leerlingen een korte toets te geven, terwijl ze nog niets over het onderwerp weten. De opdracht is hier dan ook niet om het goede antwoord te vinden, maar om zoveel mogelijk plausibele antwoorden te bedenken (Potts et al., 2019). Dit kan bijvoorbeeld door de leerlingen in groepen te laten brainstormen (middels bijvoorbeeld een woordweb) bij het aanbieden van een nieuw onderwerp. Maar het kan uiteraard ook met een korte toets die de hoofdpunten van de les bevat, zodat de leerlingen zich direct richten op de kern van de lesinhoud.
  • Een korte toets nadat de lesinhoud is aangeboden met aansluitend corrigerende feedback op de foute antwoorden versterkt het leerproces van de aangeboden inhoud (Arnold & McDermott, 2013).
  • Het actief oproepen van opgedane kennis vereist meer inspanning dan passief studeren, maar heeft een positiever effect op het geheugen. Een pre-toets is daarom waardevoller dan het lezen van een tekst. Probeer daarom een interactieve component in te bouwen rondom het genereren, ontdekken of herstellen van fouten. Dit kan bijvoorbeeld met flitskaarten waarop verschillende concepten, vragen of antwoorden staan.

Leg je les en didactiek eens onder de loep

Met deze kennis over deze fasen en principes kun je je eigen lessen eens bezien. Hoe creëer je de juiste ruimte om fouten te maken en op welke manier pas je vervolgens je lessen hierop aan? Laat je enkel fouten toe in je onderwijs, of moedig je deze actief aan? Waar plaats je deze momenten van fouten maken? Hoe kom je erop terug?

fouten maken moet om leren op gang te brengen

Bronvermelding

Arnold, K. M., & McDermott, K. B. (2013). Test-potentiated learning: Distinguishing between direct and indirect effects of tests. Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, and Cognition, 39(3), 940–945. https://doi.org/10.1037/a0029199
Metcalfe, J. (2017). Learning from Errors. Annual Review of Psychology, 68(1), 465–489. https://doi.org/10.1146/annurev-psych-010416-044022
Potts, R., Davies, G., & Shanks, D. R. (2019). The benefit of generating errors during learning: What is the locus of the effect? Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, and Cognition, 45(6), 1023–1041. https://doi.org/10.1037/xlm0000637
Zhang, Q., & Fiorella, L. (2023). An integrated model of learning from errors. Educational Psychologist, 58(1), 18–34. https://doi.org/10.1080/00461520.2022.2149525