In het vorige bericht in deze serie zijn we ingegaan om de zeven manieren waarop je differentiatie mee kan nemen in je planning. Vandaag gaan we daarmee verder en kijken we naar het formuleren van je lesdoelen.
“Dat doet de methode toch al voor mij?”
Even overdrijven. In Nederland wordt les gegeven vanuit methodes en als je op de eerste schooldag op pagina 1 begint, ben je aan het eind van het jaar door het boek heen.
Herkenbaar? Gelukkig is dit beeld steeds minder overheersend. Want hoe goed een methode ook is – er gaat niets boven de kwaliteit van de leerkracht. Een methode is een geweldig hulpmiddel om je lessen te plannen, maar kan nooit zo volledig zijn als een goede planning van jou zelf. Wellicht overbodig som ik toch het volgende op:
- Niemand kent je klas zo goed als jij. Waar hebben je leerlingen moeite mee?
- Je weet hoe je leerlingen het best leren. Je bent namelijk de hele dag bezig met ze.
- Je onderzoekt instructiestrategieën passen bij je leerlingen. Je weet dan ook meteen in welke richting je nog kan stretchen.
- Je weet in wat voor leeromgeving je leerlingen het beste tot leren komen. Is dat samenwerkend, in tweetallen, in een rustige omgeving of in een dynamische omgeving?
- Als geen ander kun je benoemen wat je leerlingen van je nodig hebben. Dat komt doordat je namelijk continu met ze in gesprek bent over hun ontwikkeling. Daar kan geen methode tegenop.
- Hierdoor ben je ook perfect in staat om je instructie af te stemmen op de leerbehoeften van je leerlingen.
Goed, het ideale lerarenplaatje is bij deze duidelijk. Het mag ook duidelijk zijn dat alle dingen die hierboven staan niet in een methode te vinden zijn. Daarom zijn leerkrachten zo belangrijk en maken we het verschil in onze school.
Terug naar de lesdoelen
Als we het bovenstaande in ogenschouw nemen kijk je met een heel andere blik naar de doelen die een methode voorschrijft. En ontstaat er vanzelfsprekend ruimte voor differentiatie. In dit bericht laat ik zien hoe je je lesdoelen opdeelt in drie niveaus:
- Moeten: Het basisdoel dat iedereen moet halen in deze les.
- Zou Kunnen: Het eerste stretchdoel zodra je het basisniveau kan. Met wat extra uitdaging en inspanning zou je dit kunnen halen.
- Kan: Een pittig hoger doel. Dit doel kun je pas bereiken als je de stof echt goed doorgrondt.
Maak je lesdoelen zichtbaar
In een eerder bericht over het gebruik van je whiteboard laat ik zien hoe je de lesdoelen inzichtelijk maakt voordat je de les geeft. Als je leerlingen weten wat ze gaan leren verhoogt dit de betrokkenheid en voelt een les veel minder als een “moetje”.
Stel voor je les dus drie verschillende doelen waarmee je laat zien dat er ruimte is om te differentiëren. Door deze doelen open te laten voor iedereen geef je ook je leerlingen de ruimte om zichzelf uit te dagen.
“Maar hoe formuleer ik nu die doelen?”
Voor vandaag maken we gebruik van de Taxonomie van Bloom (Bloom & Krathwohl, 2020; Krathwohl, 2002). Dit onderzoek gaat uit van zes verschillende niveaus in het denken. Een “Moet” doel zal zich dus altijd in een eenvoudiger niveau moeten bevinden, zodat dit doel als minimum voor iedereen te halen is. Een “Zou Kunnen” of “Kan” doel daarentegen mag al een ingewikkelder niveau verwachten. De zes niveaus van Bloom zijn hieronder weergegeven:
Ook al heb ik de Taxonomie genummerd, het is belangrijk dat we ons realiseren dat Bloom deze niet gerangschikt heeft in een vaste volgorde. Leren is immers niet zo eenvoudig onder te verdelen, en sommige lesdoelen zullen over meerdere niveaus verspreid moeten worden. Toch kan het helpen om in een vaste volgorde te denken als je deze Taxonomie net begint te gebruiken.
De eerste drie niveaus (Onthouden, Begrijpen, Toepassen) is waar het merendeel van onze lessen zich bevinden. Doelen rond “Moeten” en “Zou Moeten” worden dus vooral hieruit gekozen. Bloom gaat ook uit van een natuurlijke groei: de eerste niveaus moet je ook beheersen voordat je de hogere niveaus kunt ontwikkelen. Voor de “Kan” doelen richten we ons dus puur op de drie hogere niveaus.
Met het gereedschap van Bloom in ons achterhoofd kun je dus goed kijken naar je les en zorgen dat er een gelaagdheid in doelen gemaakt wordt.
“Doe ik dit dan bij elke les? Daar heb ik helaas geen tijd voor.”
Het idee van differentiatie is natuurlijk dat je dit zoveel mogelijk inzet om tegemoet te komen aan de leerbehoeften van je leerlingen. Maar als je nu voor elke les in detail deze doelen moet gaan formuleren werk je jezelf over de kop. Het is daarom verstandiger om klein te beginnen. Kies één of twee lessen uit de komende week waar je dit eens gaat uitproberen.
Ook kun je ervoor kiezen om dit model in te zetten voor een lessenserie. Stel dat je de komende weken gaat werken aan breuken, of aan de Romeinen. Je kunt dan je doelen formuleren voor de gehele lessenserie, niet voor een individuele les.
Om je op weg te helpen vind je bij dit bericht een tweede onderlegger. Deze keer met wat meer tips en ideeën voor het ontwerpen van gedifferentieerde lesdoelen. Veel succes ermee!
Download
-
Lesdoelen A4
Een verwerkingsvorm om je les te evalueren – op welk niveau heb je jouw lesdoelen ingepland? Leg je differentiatie eens onder de loep.