Differentiatie is iets van alle tijden. Want hoe meer leerlingen we weten te bereiken in onze lessen, hoe hoger de leeropbrengsten. Daar kunnen we natuurlijk heel gewichtig en moeilijk over praten. In mijn serie over Differentiatie probeer ik het juist praktisch en luchtig te houden. Want theorie en praktijk staan soms ver genoeg uit elkaar. Een geweldig leerzaam boek over leertheorie valt in het niet bij de realiteit van de dag als er een klas (over)vol met leerlingen je aan zit te staren. Als je al de mazzel hebt dat ze je aanstaren…

Wat is er op klassenniveau nodig?

Om goed om te gaan met verschillen in de klas zijn er een aantal basisvoorwaarden waar aan moet worden voldoen. Rekening houden met verschil kan pas als er een stevig fundament is. Ik vergelijk differentiatie daarom met een boom: te veel vertakkingen op een dunne stam zorgt voor een iele boom die snel omvalt. Het is daarom belangrijk om eerst aan een stevige stam te werken voordat je met de vertakkingen aan de slag gaat. De vier kernpunten van een stevig fundament zijn:

De vier kernpunten voor differentiatie

  1. Het klassenmanagement moet op orde zijn. Zorg dus voor heldere afspraken, structuren en systemen die het dagelijks leerproces zoveel mogelijk ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan de nakijkbakken, de taken van de klassendienst of een duidelijke indeling van het whiteboard.
  2. Het klassenklimaat moet op orde zijn. Zorg voor een veilige leeromgeving voor ieder kind. Meet regelmatig het sociaal klimaat in jouw groep. Voor die individuele leerling waar je moeite mee blijft houden leg je positieve afspraken vast in een gedragsboekje. Ook gaat het om de meer basale zaken, zoals het uiterlijk. Denk bijvoorbeeld eens na over vrolijke belettering zodat je klas wat meer kleur krijgt.
  3. Er moet een kindgerichte benadering zijn. Dit betekent dat je bij het plannen van je lessen rekening houdt met het individu, wat hebben de kinderen van je nodig en hoe pas je je onderwijs daarop aan? Als je van mening bent dat kinderen zich naar je onderwijs aan moeten passen is het lastig om te differentiëren. In de kern van je gedachten bestaat dan namelijk het beeld dat het de leerling is die zich aan moet passen. Om je te helpen dit in beeld te krijgen heb ik een leerlingpaspoort ontwikkeld voor die specifieke leerlingen in je klas.
  4. Er wordt gezorgd voor een sterk basisaanbod. Als je je lessen slecht voorbereidt, de doelen niet helder voor ogen hebt en weinig ruimte geeft voor gerichte inoefening, dan heeft het ook totaal geen zin om te differentiëren. Immers, de normale les is al erg wankel qua structuur en inhoud. Zorg dus eerst dat je een sterke basis hebt. Denk bijvoorbeeld aan duidelijke jaarplanners waarmee je overzicht bewaart per vak of klas, gebundeld in een klassenmap. Stem je aanbod af op je toetsresultaten zodat je de leerlingen niet voorbij holt in je aanbod.

Als deze vier basiselementen op orde zijn, dan is het tijd om te kijken naar differentiatie in de klas. Maar voordat we dat doen is het ook belangrijk om te kijken naar differentiatie op schoolniveau.

Wat is er op schoolniveau nodig?

Natuurlijk kun je prima differentiëren in je lessen zonder dat er op schoolniveau uitgebreid aandacht aan wordt besteed. Maar om effectief ervoor te zorgen dat differentiatie een plek in de schoolontwikkeling heeft zijn er drie zaken van groot belang:

  1. Er moet een lerende cultuur binnen het team zijn. Een cultuur veranderen in je school doe je niet alleen. Ik zeg ook niet dat je nu naar school moet gaan en radicaal alles om moet gooien. Een cultuur veranderen kost tijd en aandacht. En die cultuur verander je samen. Een lerende cultuur betekent dat fouten maken mag, dat we elkaar niet afrekenen, een focus hebben op verbetering van ons onderwijs en het belangrijk vinden om af te stemmen.
  2. Er moet een schoolbrede visie zijn waar differentiatie ingebed is. Door het te verankeren in jullie visie is het logisch om er ook doelbewust mee bezig te zijn, het is immers een kernwaarde van jullie onderwijs. Anders voelt het ook als iets “erbij”.
  3. Een systematische manier van implementatie ondersteunt het gehele proces. Dus niet één studiemiddag en daarna niks meer. Nee, zorg dat het ontwikkelproces zichtbaar is en regelmatig terugkomt in de jaarkalender van de school. Maak tijdens een teamvergadering de tijd om het hierover te hebben.

Breng de ontwikkeling op gang!

Om je team op weg te helpen heb ik een aantal gesprekskaartjes gemaakt. Knip ze uit en verdeel ze over de tafels tijdens een teamvergadering. Laat je collega’s met elkaar in gesprek gaan over differentiatie aan de hand van de vragen op de kaartjes. Deel vervolgens de uitkomsten met elkaar: waar zitten de overeenkomsten en waar de verschillen?

Een onderwerp van schoolleiderschap dat de afgelopen jaren aan het veranderen is zijn de klassenbezoeken. Door in je school af te spreken dat deze ongepland gebeuren en zich niet richten op de leerkracht kun je als schoolleider meehelpen. Door je te richten op het leerproces en de leeropbrengsten verleg je de focus van een klassenbezoek. En ontstaat er opeens ruimte voor een gesprek over onderwijs, in plaats van het uitwisselen van meningen.

Hoe kun je nu eigenlijk differentiëren?

Het is belangrijk om met dezelfde taal te spreken. Voor veel methodemakers betekent “differentiëren” niet meer dan “Sommige kinderen maken de groene opgaven, andere kinderen de blauwe.” En dat is ontzettend jammer. Werken in het onderwijs is zoveel meer dan van bladzijde naar bladzijde gaan zonder zelf stil te staan bij je lesdoelen en de manier waarop je onderwijs geeft. Als je vanuit die basis begint ontdek dat er veel verschillende manieren zijn om te differentiëren. In dit bericht omschrijf ik zeven verschillende manieren waarop je rekening kunt houden met de verschillen in jouw klas. En dat zit ’m niet alleen maar in de verwerking van de instructie.

Denk in “laagjes” bij differentiatie

Door op meerdere niveaus jouw lesdoelen te omschrijven houd je in de basis hier al rekening mee. Een goed begin is het halve werk en dat is met het voorbereiden van jouw lessen zeker het geval. Door je lesdoelen af te stemmen op jouw klas en verschillende manieren van differentiëren in te bouwen zul je merken dat je leeropbrengsten stijgen. Je maakt het namelijk mogelijk voor jouw leerlingen om op meerdere manieren aan te sluiten en te leren.

Moet ik dat nu allemaal in één keer doen?

Zeg ik nu dat je dit vanaf vandaag bij al je lessen moet doen? Natuurlijk niet! Houd rekening met je eigen capaciteiten en begin klein. Kies één of twee lessen of klassen uit om deze aanpak consequent mee te proberen. Alle begin is moeilijk en je moet het ook werkbaar houden voor jezelf. Pas als je het in je vaste routines hebt verwerkt is het handig om naar de volgende stap te kijken.

Gooi de boel eens om: Differentiatie & Huiswerk

Als je lesdoelen op orde zijn, dan kun je kijken naar hoe je de leerlingen hierop voorbereid. Dit is gericht huiswerk geven in de vorm van preteaching. Het gaat hierbij om het inoefenen van vaardigheden. Dit kunnen leesoefeningen zijn, of een stuk tekst met verklarende woordenlijsten ernaast. Of extra wiskunde-opdrachten, of… de mogelijkheden zijn werkelijk eindeloos. Zolang altijd maar voor ogen houdt dat het om gericht inoefenen gaat - alleen dan is het zinvol om dit huiswerk op te geven.

Differentiatie & Interactie met jouw leerlingen

De kracht van ons onderwijs zit ’m in de interactie. In feite is elke handeling die jij als leerkracht doet een actie die weer een reactie op moet roepen. Door bewust in te zetten om de acties die jij doet in jouw communicatie kun je gericht differentiëren. Door rekening te houden met hoe jij vragen stelt aan jouw klas en de focus te bewaken op het leerproces kom je al een heel eind.

“Doe je best”, niet “wees de beste”. Het gaat erom dat je de interactie op peil houdt, de feedback gericht op de volgende stap en je leerlingen helpt om verder te komen. De slimme leerling die alleen maar hoort “goed gedaan” zal niet verder kunnen ontwikkelen. De zwakkere leerling die alleen maar onvoldoendes haalt evenmin. Zorg dus dat je gericht feedback geeft waar jouw leerlingen iets mee kunnen. Een krul, een sticker, het zoveelste hoge (of lage) cijfer zegt op den duur helemaal niks meer. Sterker nog, je leerlingen verliezen het zicht op hun eigen ontwikkeling en richten zich ook alleen maar op een cijfer.

Evalueren van het gemaakte werk

Op de weg naar zelfsturing willen we onze leerlingen natuurlijk bijbrengen dat ze dat kunnen. Niet dat ze alleen maar afhankelijk zijn van jou. Door in een veilige leeromgeving jouw leerlingen uit te dagen om elkaar te evalueren (peer-assessment) ontstaat er ruimte voor een interessant leerproces in de klas. Maak gebruik van je leerdoelen, laat je leerlingen hierop reflecteren en elkaar helpen. Je zult merken dat de focus al snel verschuift naar het leren en de vaardigheden die daarbij komen kijken.

Als het gemaakte werk dan uiteindelijk bij jou terecht komt heb je vervolgens ook nog keus om er op meerdere manieren iets mee te doen en je lessen op aan te passen. Neem al deze informatie mee en bespreek het met ouders tijdens het rapportgesprek, maak hen partners in jouw taak om alle leerlingen binnen boord te houden.

Tot slot

Ik hoop met dit artikel een mooi overzicht gegeven te hebben van differentiatie en hoe je hiermee op jouw school én in jouw lessen aan de slag kan. De berichten waar ik naar verwijs staan allemaal vol met tips, werkbladen en ideeën om dit nog verder vorm te geven. Ik wens je er vooral heel veel plezier mee, want op deze manier wordt het leren pas écht leuker. Zinvol aansluiten bij het niveau van jouw leerlingen en ze in groepsverband verder helpen in hun ontwikkeling - wie wil dat nu niet?

Differentiatie is te doen!